Jaarbeeld 2020

Inleiding

Het jaar 2020 zal ons waarschijnlijk voorgoed herinneren aan de COVID-19-pandemie. Door de corona-uitbraak konden we veel van onze ambities uit het jaarplan niet waarmaken. We zijn er desondanks trots op hoe onze aios, opleiders en medewerkers anticipeerden op de situatie en op de wijze waarop we er in korte tijd in slaagden om met veel flexibiliteit goed en gewaardeerd onderwijs te bieden en de band met onze aios en opleiders stevig te houden.

In maart 2020 was daar ineens de 'intelligente lockdown'. We schakelden snel. Slechts de eerste week bestond het onderwijs uit zelfstudie en hielden we vooral telefonisch, via beeldbellen en via e-mail vinger aan de pols bij de aios. We verkenden het gebruik van ZOOM voor het leggen van contact. Al in de week erna schakelden we voor het LvE-, supervisie- en intervisieonderwijs over op ZOOM. We besloten welk thematisch onderwijs in ieder geval - online - gegeven moest worden en gaven een eerste aanzet om dit zo afwisselend en interactief mogelijk vorm te geven. Vanaf 6 april konden we de andere onderwijsprogramma’s die in de sluitingsperiode vielen voor een groot deel online inhalen.

Veel landelijk onderwijs viel uit of werd in een andere onderwijsvorm gegoten. Zo bood Schola Medica een verkorte STARtclass voor jaar 1, onder andere van belang voor het behalen van een BLS-certificaat. De KOV-toets werd middels self-assessment online georganiseerd met een tijdslot. De uitgevallen LHK-toets boden we in juni online aan aan eerstejaars aios, zodat zij met hun docenten en opleiders zicht kregen op kennishiaten en gerichter hun leerdoelen konden formuleren. In het najaar boden we de LHK-toets aan alle aios online aan.

In de loop van juni konden de groepen weer deels fysiek onderwijs volgen. Omdat het onderwijscentrum werd gebruikt door het Landelijk Coördinatiecentrum rond COVID-19, kregen we zeer beperkt zalen toegewezen. We huurden grote onderwijs- en supervisieruimten buiten het Erasmus MC, waar we met de 1,5-meterbeperkingen aanvankelijk alleen onderwijs gaven aan de net gestarte eerste- en derdejaars aios, aangezien zij elkaar nog nauwelijks ‘live’ gezien hadden. Na een paar weken konden we dit ook aan de andere aiosgroepen aanbieden, soms in hybride vorm (combinatie fysiek en digitaal onderwijs). Het maakte het begeleiden van de groepen intensiever en lastiger en leidde ook tot veel onzekerheid over een mogelijk toegenomen kans op besmetting door het coronavirus.

Vanaf eind september, toen de tweede coronagolf uitbrak, organiseerden we alleen het vaardighedenonderwijs nog fysiek. Omdat het behouden en trainen van vaardigheden essentieel is voor het huisartsenvak, waren we blij dat dit onderwijs met de benodigde COVID-maatregelen nog wel doorgang kon vinden. Daarvoor konden we gebruik maken van de onderwijsruimten binnen het Erasmus MC.

Praktijkonderwijs

Tot de dagelijkse 'normale 'huisartsenzorg kwamen de meeste huisartsen niet. Voor de meeste aios was er dan ook geen sprake van een normale opleidingssituatie in de praktijk.

De veranderde zorgvraag en de invulling van de diagnostiek en behandeling van COVID-19 speelden de eerste weken een allesoverheersende rol. Op sommige opleidingsplekken was het heel druk. In de meeste huisartspraktijken werden er door de veranderde spreekuren juist minder patiënten gezien en was er in de begintijd minder werk voor de aios. Velen hebben zich buiten de gewone huisartspraktijk ingezet. Zie de tekst hieronder van Aios die bijsprongen.

Vanaf juni kwam de reguliere patiëntenzorg weer langzaam op gang, maar veel alledaagse ziektebeelden vielen weg, zoals gewone luchtweginfecties. Sommige aios hebben in hun hele opleidingsjaar geen enkele middenoorontsteking gezien. Met name het opnemen van video’s was lastig door het veranderde aanbod aan patiënten. Maar het bood ook voordelen: aios zagen en beoordeelden zelf corona-verdachte patiënten en maakten mee wat er allemaal komt kijken bij het reorganiseren van een praktijk tijdens een pandemie, om daarmee op een veilige manier zorg te kunnen blijven verlenen.

Aanvankelijk vielen de praktijkbezoeken stil. Vanaf het najaar deden we de meeste praktijkbezoeken digitaal. Docenten woonden digitaal een leergesprek tussen aios en opleiders bij en bekeken daarbij een consultvideo.

Aios die bijsprongen

Vele Rotterdamse aios hebben zich tijdens de COVID-19-pandemie verdienstelijk gemaakt op een SEH, IC of coronapost. We kregen 69 aanmeldingen van aios om bij te springen bij de acute hulpverlening naast of in plaats van hun reguliere werkzaamheden, waarvan er 46 daadwerkelijk elders aan de slag gingen.

Bij veel aios verliep hun opleidingsperiode in de huisartspraktijk of hun stage anders dan gepland. Aios konden in de eerste weken van de pandemie soms minder werken, werden anders ingezet of zaten soms thuis. Tegelijkertijd werden veel aios in de eerste weken van de pandemie om hulp gevraagd door SEH’s, IC’s en verpleeghuizen waar ze werkten vóór hun opleiding en door de HAP waaraan hun opleider verbonden is. Bijna 70 aios wilden - vaak ook in hun vrije tijd - hun steentje bijdragen.

We richtten een proces in om vraag en aanbod bij elkaar te brengen en stemden landelijk richtlijnen af, zodat de aios onder lokaal geregelde supervisie konden werken. Ook droegen we er zorg voor dat er calamiteitencontracten met de betreffende instellingen werden afgesloten. De RGS verleende coulance, zodat de door het hoofd huisartsopleiding goedgekeurde inspanningen als opleidingstijd konden meetellen.

Vanaf april werden de aios ook ingezet op coronaposten voor patiënten met luchtwegklachten die met het oog op de veiligheid niet meer terechtkonden in huisartspraktijken. Op de posten leerden de aankomende huisartsen snel belangrijke huisartsgeneeskundige parameters te hanteren bij deze van corona verdachte patiënten, zoals beslissen of iemand moest worden ingestuurd voor verdere behandeling in het ziekenhuis of niet. In juni kon iedereen zijn opleidingsperiode in de huisartspraktijk of de stageplek weer vervolgen.

Na deze periode bekeken we met de aios hoe ze in het vervolg van hun opleiding hun leerdoelen alsnog konden realiseren. 

De organisatie van het onderwijs

Ook van de organisatie van de opleiding werd improvisatievermogen gevraagd nadat in maart de ernst en omvang van de situatie aan het licht kwamen. We werden steeds bedrevener in het bieden van goed digitaal onderwijs. Het digitale onderwijs bood ook voordelen.

In de eerste weken was er bijna dagelijks overleg tussen de hoofden van de opleidingen, Huisartsopleiding Nederland, RGS en de SBOH om zoveel mogelijk tot een gezamenlijk coronabeleid te komen. Ook was er afstemming met de coördinatoren diensten. De hoofden stemden samen af vanaf wanneer en hoe we het onderwijs op de acht opleidingsinstituten konden hervatten. Lokaal maakten we een visiestuk ‘digitalisering onderwijs’, stelden een plan op voor toetsing en beoordeling in coronatijd, stelden regels vast voor fysiek onderwijs, brachten periodiek corona-updates uit (14), regelden ZOOM-accounts voor alle (aios)groepen, gaven didactische tips voor het geven van digitaal onderwijs, wisselden alternatief digitaal onderwijs uit via de onderwijsbank, maakten een visiestuk ‘vitaliteit en veerkracht’ voor onze medewerkers, verkortten de onderwijsprogramma’s zodat er meer ruimte voor pauzes kwam en maakten hybride onderwijs mogelijk door de aanschaf van speciale webcams met een groothoeklens en gevoelige microfoon en luidspreker.

We verzamelden parels waarin onderwijs goed tot zijn recht komt in een digitale omgeving, zoals serious gaming in het praktijkvoeringsonderwijs. Ook de themadagen Kind bleken heel goed digitaal uit te pakken. Doordat gastdocenten - zoals in dit geval een Zeeuwse huisarts - geen reistijd meer hadden, zagen we hun betrokkenheid bij het onderwijs toenemen. Blended learning met digitale voorbereiding, zoals voor het EBM-onderwijs, is nu versneld ontwikkeld voor de aios. Ook het onderwijs in Klinisch Redeneren bleek geschikt te zijn om via ZOOM aan te bieden.

Ondanks de ZOOM-moeheid en het gemis aan uitwisseling in de pauzes, bleken de aios tevreden over hoe het onderwijs, met steeds meer andere interactieve werkvormen en met compacter uitvoeringen, werd ingevuld. De meeste aios vonden de docenten steeds vaardiger worden in het geven van digitaal onderwijs. “Het lijkt soms bijna live onderwijs”, gaven de aios ons terug. Ook het Leren van Ervaringen (LvE) verliep in de loop van de tijd beter. Docenten werden creatiever in het vinden van oplossingen wanneer iets even niet lekker liep.

Het digitale onderwijs had ook voordelen. Sommige aios konden zich thuis beter concentreren en de PowerPointpresentaties beter volgen. Ze vonden het ook leuk om in break-out rooms te werken en daarna weer terug te komen in de plenaire bijeenkomst. Omdat het bij fysiek onderwijs vaak rumoerig is, vonden sommigen dat er op deze manier efficiënt aan opdrachten gewerkt kon worden. Voor met name de aios uit Brabant en Zeeland had het voordelen in reistijd. Het ZOOM-contact bood ook de mogelijkheden om te kijken in elkaars huis en om huisdieren, partners en kinderen te zien. Dat maakte het contact anders.

Start en afronding van de opleiding

Zowel de start als de afronding van de opleiding vroeg veel creativiteit, maar verliep niet minder succesvol en - in geval van het afstuderen - niet minder feestelijk.

De koppelingsprocedure draait normaal gesproken om een koppelavond waar iedere startende aios kennismaakt met drie huisartsopleiders en ook de huisartsopleiders kennismaken met drie aios. De introductie werd online gedaan. Aios konden via de onderwijsbank de informatiefilmpjes over de opleiding op een zelfgekozen moment bekijken en bezochten daarna een drietal opleiders op de praktijk. We waren heel tevreden over de uitkomst van de koppeling. Er waren maar drie situaties die apart besproken dienden te worden bij een koppeling van 60 aios en 60 opleiders!

De diplomering van de aios die in mei afstudeerden vond deels plaats op de praktijk, waar de opleider het diploma en het afstudeerbeeldje uitreikte, en deels met een in juli georganiseerde bescheiden ceremonie in de collegezaal. In augustus kon de afstudeerbijeenkomst fysiek doorgaan door meerdere bijeenkomsten te organiseren met een beperkt aantal gasten per collegezaal en een beeldverbinding voor familieleden en andere belangstellenden.  
In de loop van het jaar kregen we er steeds meer routine in om het afstuderen geheel online te doen. Aios en opleiders zaten in feestelijke kleding voor de camera. De opleider sprak net als anders de aios toe en de docenten namen afscheid van de aiosgroep. Genodigden met gezondheidsklachten en slecht ter been zijnde familieleden die er anders niet bij zouden zijn, zoals opa’s en oma’s, konden op deze manier getuigen zijn van deze belangrijke gebeurtenis. We kregen lof voor de organisatie van de bijeenkomsten.

Pilot Aios Dashboard

We startten een pilot Aios-dashboard, een platform dat op verzoek van de SBOH en Huisartsopleiding Nederland inzichtelijk maakt welke patiënten en ziektebeelden een aios ziet en niet ziet tijdens zijn opleidingsperiode in de huisartspraktijk en welke verrichtingen hij daarbij uitvoert. Het is zowel voor de opleider als de aios een goed hulpmiddel om lacunes vast te stellen en de spreekuursamenstelling aan te passen.

Een van de ambities die we wél waar konden maken is het starten van een pilot Aios-dashboard. Opleiders en aios kunnen met deze applicatie via extractie van HIS-gegevens per werkkwartaal overzichten maken van het aantal en type verrichtingen en het aantal contacten per ICPC-code en per opleidingsthema. Ze kunnen deze vergelijken met elkaar, met de aiosgroep en met landelijke groepen van aios in dezelfde fase van de opleiding. Dit kan met terugwerkende kracht vanaf het moment dat de aios gestart is. Overeenkomsten of verschillen en zaken die onderbelicht blijven dienen als input voor leergesprekken en verdere invulling van de opleiding van de aios in de huisartspraktijk. Juist in tijden van corona bleek het dashboard handig om inzicht te krijgen in de verscheidenheid van het patiëntenaanbod. Bezoeken aan de huisarts verliepen anders dan normaal en veel aios kregen een minder gevarieerd aanbod. Ons afdelingsblad de Augustijn besteedde in het decembernummer aandacht aan het aios-dashboard.

Vanaf september 2020 is het dashboard verder uitgerold in het eerste opleidingsjaar om meer opleiders en aios hiermee te laten kennismaken, want het aios-dashboard gaat pas echt goed functioneren als veel aios en opleiders ermee werken en de database gevuld raakt met vergelijkingsmateriaal. Opleiders-aioskoppels kunnen zich ook zelf aanmelden via een e-mail naar huisartsopleiders@erasmusmc.nl.

Huisartsentekort in de regio

Het huisartsentekort in Nederland neemt in 2023 serieuze vormen aan, onder meer in Zeeland, West-Brabant, de Drechtsteden en Rotterdam-Zuid. Dat voorspelt het onderzoek dat NIVEL en Prismant in 2018 uitvoerden op verzoek van VWS. Onze opleiders maken zich met ons vooral zorgen over de provincie Zeeland, omdat het dreigend tekort daar het meest nijpend is. In 2020 ondernamen we verschillende acties, waaronder de start van een ‘pilot Zeeland’.

We voerden diverse overleggen met huisartsencoöperaties ZHCO en Nucleus en met de SBOH om te kijken naar de mogelijkheden om deze situatie in positieve zin te beïnvloeden. Hoewel het doel -meer huisartsen voor Zeeland - helder is, blijkt de weg naar dit doel complex: naast een beperkt aantal opleidingsplekken in Zeeland, spelen de werkgelegenheid voor de partner, parkeerproblemen bij een nieuwe huisartsenpraktijk, de dienstbelasting en de vele praktijken waar alleen een fulltimer aan de slag kan een rol. Er lijkt dus ook niet één oplossing te zijn.

We slaagden erin het aantal opleidingspraktijken en stageadressen in Zeeland uit te breiden. De coöperaties ondernamen verschillende promotieacties en boden hulp in het vinden van een baan voor partners van aios.

In samenwerking met Huisartsopleiding Nederland startten we een tweejarige pilot, waarbij vanaf september 2020 vier aios hun volledige opleiding in Zeeland kunnen volgen. Daar bleek ook voldoende belangstelling van kandidaten voor de huisartsopleiding voor te zijn. Vanaf 2021 zijn dat voor iedere startdatum zes plekken. Het terugkomdagonderwijs vindt overwegend in Rotterdam plaats.

In januari huurden we voor tien basisartsen en twaalf zesdejaarsstudenten een bus om in Goes een gratis theatervoorstelling van Menno de Bree bij te wonen. Met zijn voorstelling ‘Kiezen voor gevorderden’ streefde Huisartsopleiding Nederland ernaar om potentiële aios warm te maken voor opleidingsplekken in vijf minder populaire en wat laagbevolkte gebieden in Nederland, waaronder Zeeland. De studenten en basisartsen kregen na de voorstelling alle gelegenheid om in Zeeland opgeleide aios en opleiders te bevragen over alle facetten van de opleiding en werden flink in de watten gelegd.

Digitaal volgden nog landelijke ZOOM-sessies waarin geïnteresseerden voor de huisartsopleiding en specifiek de geïnteresseerden in de pilot Zeeland alle informatie kregen die ze zochten. In het najaar stonden LOVAH-afgevaardigden en de Zeeuwse huisartsen op de MFVR-carrièremarkt om studenten warm te maken voor het huisartsenvak. De betrokken stakeholders; aios, patiënten, zorgverzekeraars, opleiders, zorggroepen en ministerie, streven om het beleid op elkaar af te stemmen.

Onderzoek vertrouwenspersonen

De vertrouwenspersonen van de huisartsopleiding deden een tweejarig onafhankelijke onderzoek om de begeleiding van aios en opleiders rondom ontkoppelingen in beeld te brengen en adviezen te geven voor verbeteringen. In 2020 brachten zij hun rapport uit. We willen tot meer transparantie en duidelijkheid komen voor alle partijen.

Het Algemeen Bestuur van Huisartsopleiding Nederland gaf in 2016 aan dat de nazorg voor ontkoppelde huisartsopleiders nog al eens te wensen overlaat. Ook LOVAH-Rotterdam constateerde in een door hen in 2017 onder ontkoppelde aios gehouden enquête dat de zorg voor aios na een ontkoppeling in een aantal gevallen beter kon.

Op verzoek van de huisartsopleiding deden onze twee vertrouwenspersonen, tevens oud-medewerkers, een inventariserend onderzoek naar oorzaken en achtergronden van alle ontkoppelingen die in 2018 en 2019 plaatsvonden en de waardering voor begeleiding en nazorg.

Vrijwel alle in deze jaren ontkoppelde aios en opleiders werden afzonderlijk van elkaar bevraagd naar de oorzaak van de ontkoppeling en de manier waarop de betrokkenen de informatie, communicatie en begeleiding rondom de ontkoppeling vanuit de opleiding hebben ervaren.

Tijdens de (online) stafdag in mei 2020 presenteerden zij hun bevindingen. De ontkoppelde aios en opleiders bleken over het algemeen tevreden tot zeer tevreden te zijn over de rol van het instituut bij de ontkoppeling. Wel adviseerden de onderzoekers onder meer om kritisch te blijven kijken naar de toelatingsprocedure en de voorgeschiedenis van de aios, dat meer rekening met zwaarwegende bezwaren wordt gehouden en meer tijd wordt genomen voor het kennismakingsgesprek tussen aios en opleider. Verder adviseerden zij ervoor te zorgen dat de opleidercoaches goed bekend zijn bij de opleiders, te letten op zeer grote praktijken waar aios soms te veel productie moeten leveren en er daardoor minder tijd voor opleiden is, en om niet te aarzelen om in het eerste jaar in een vroege fase een beoordelingstraject in te zetten. De opleiding heeft de meeste adviezen overgenomen en is bezig met de implementatie.

Opname scenariofilms in de spoedsituatie

Het gebruik van films in onderwijs heeft aantoonbare meerwaarde voor het leren. Door dit medium te gebruiken bij herkenbare dilemma’s tijdens het dienstdoen, kunnen we aios beter voorbereiden op de verschillende functies op de HAP.  We maakten drie scenariofilms in de spoedsituatie die landelijk gebruikt kunnen worden.

Tijdens het dienstdoen op de HAP worden andere competenties aangesproken bij de huisarts dan in de dagpraktijk. Niet alleen moet hij beschikken over andere medisch-inhoudelijke kennis om de spoedeisende patiënt op de juiste manier te benaderen; ook zal hij communicatieve vaardigheden moeten ontwikkelen om de patiënt, medewerkers van de HAP en de ketenpartners tegemoet te treden op een manier die recht doet aan het spoedeisende karakter van de HAP-dienst.

Met behulp van subsidie van het HDS-fonds, een fonds van de SBOH voor het opleiden van aios op de huisartsenposten, ontwikkelden we met een professionele filmmaker drie films met realistische scenario’s over spoedeisende situaties: Eén over een consultarts, één over een visitearts en één over een telefoonarts. HAP Rijnmond speelde daarbij een belangrijke rol. De films kunnen landelijk en lokaal gebruikt worden in divers onderwijs voor aios om bovengenoemde vaardigheden te oefenen.

Een van de door onszelf opgeleide aiosacteurs speelde de hoofdrol. Aiosacteurs zijn aios die een aios spelen binnen rollenspelen in het onderwijs. Zie ons afdelingsblad de Augustijn.

De première van de films was noodgedwongen online, maar dat maakte dat we een groot publiek konden bereiken. We organiseerden één filmpremièreavond voor de acteurs, figuranten en HAP-Rijnmond met wie en waar we de opnamen deden (22 deelnemers) en één voor het onderwijsveld met lokale en landelijke belanghebbenden (38 deelnemers). Docenten (onder wie kaderhuisartsen) spoedonderwijs, coördinatoren dienstdoen, afgevaardigden van Schola Medica, de SBOH, het HDS-fonds en LOVAH-Rotterdam reageerden vol lof op de films. Ze blijken heel bruikbaar te zijn voor het onderwijs. Momenteel worden de films geïmplementeerd in de introductiecursus op de HAPs en de pilot STARtclass jaar 3.

Jaarcollege 2020

Scholing opleiders

Opleidersonderwijs dat wél door kon gaan vond noodgedwongen vooral digitaal plaats, maar dit bleek ook voordelen te hebben, met name voor de presentie.

Vanaf het voorjaar is veel opleidersonderwijs noodgedwongen in digitale vorm gegoten. Het vaardighedenonderwijs voor gevorderde opleiders kwam nagenoeg te vervallen. In oktober gaven we KNO-vaardigheden wel online. De opkomst bij de digitale workshops was hoger dan normaal. De bijeenkomsten werden goed voorbereid en achteraf goed gewaardeerd. De themadagen voor ervaren opleiders en de Centrale Opleidersdagen stonden in de steigers maar konden helaas geen doorgang vinden. De themadag ‘Het zal je kind maar wezen’ zou in Hoeven plaatsvinden en de themadag ‘Palliatieve zorg in de huisartsgeneeskunde’, zou in Renesse plaatsvinden, evenals de altijd populaire Centrale Opleidersdagen. De zomercolleges over de nieuwste inzichten bij de behandeling van patiënten met een melanoom konden in juli wél doorgang vinden. Een beperkt aantal deelnemers kon het college ter plekke bijwonen, andere deelnemers volgden de bijeenkomst via ZOOM.

We raakten in de loop van het jaar steeds bedrevener en professioneler in het bieden van effectief online onderwijs. De landelijke COVID-19-webinars bleken zeer succesvol en we maakten hier eigen versies op.

Ons afdelingshoofd zat achtmaal een door de LHV, NHG en MedischeScholing.nl georganiseerde landelijke reeks van COVID-19- webinars voor. Deze webinars voorzagen huisartsen en andere professionals van actuele informatie en stimuleerden de dialoog tussen beleidsmakers en het werkveld, zodat snel kon worden ingespeeld op de COVID-19-ontwikkelingen. De webinars, waarin een gesprek werd gevoerd met steeds wisselende experts, waren gratis en geaccrediteerd en voorzagen in een grote behoefte. Vaak keken 7-8000 zorgverleners live en nog eens 7-8000 achteraf, met hoogtepunten van 20.000 kijkers.

Door toename van digitaal onderwijs en behoefte aan een opnamestudio creëerde het Erasmus MC een studio in het onderwijscentrum. In november organiseerde de sectie studentenonderwijs voor co-assistentbegeleiders en docenten van het KR-onderwijs in de BaMa een live webinar over hoe je als huisartsbegeleider evidence based kunt opleiden en up-to-date kunt blijven. Een van onze kaderhuisartsen HartVaatZiekten en onze mindfulnesstrainer namen als sprekers plaats aan tafel. Ons afdelingshoofd gaf een korte presentatie over recent onderzoek naar geprotocolleerde POH-zorg bij atriumfibrilleren. Naar aanleiding van deze webinar zijn wij frequenter gebruik gaan maken van deze studio. Zo gaven ons afdelingshoofd, ons plaatsvervangend hoofd en een van onze EBM-docenten vanuit deze studio een webinar voor de huisartsopleiders. Zij bespraken op een luchtige wijze hoe je bij kunt blijven met de literatuur.

Kwaliteitscyclus voor opleiders

Werd eerder de kwaliteit van opleiderspraktijken gemonitord door de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS), sinds 2020 ligt die verantwoordelijkheid bij de afdeling Huisartsgeneeskunde. Wij richtten een kwaliteitscyclus voor opleiders in.

Vanaf 1 januari 2020 startte de RGS het project ‘Erkenning op afstand’. Al in 2015 is een eerste aanzet gegeven om te komen tot een nieuw model voor kwaliteitshandhaving en verbetering voor huisartsopleiders. In 2019 heeft het HAO-team samen met opleidersvereniging ROER en opleiders uit de klankbordgroep de belangrijkste uitgangspunten voor kwaliteitsbeleid geformuleerd. Deze zijn gebruikt om in 2020 een eigen Rotterdamse Rapportage kwaliteitscyclus opleiders te ontwikkelen. Hierin staan zowel de kwaliteitseisen voor aspirant-opleiders als de kwaliteitscyclus voor opleiders beschreven. Elk jaar zal aan dit document een overzicht worden toegevoegd met gegevens over o.a. opkomstpercentages bij het onderwijs, het aantal gecoachte opleiders en de hoeveelheid ontkoppelingen. Veel van de Rotterdamse elementen uit de kwaliteitscyclus zijn door andere huisartsopleidingen overgenomen in hun eigen rapportagesysteem. Ons afdelingsblad de Augustijn besteedde in het juninummer aandacht aan de kwaliteitscyclus.

Intervisie stageopleiders

Dit jaar geen drie workshops voor stageopleiders in de CZ en GGZ, maar invoering van digitale intervisiemomenten voor de stageopleiders Chronische Zorg (CZ), halverwege iedere driemaandse stage.

Doordat in de CZ veel risicogroepen van de COVID-pandemie zitten, werkten aios in de frontlinie van de COVID-19-zorg en zagen de stageopleiders de aios in deze periode minder. Zij hadden behoefte aan intervisie om handvatten te krijgen om de aios te kunnen beoordelen. Ze bespraken in de ZOOM-sessies met de groepsdocenten waar ze tegenaan liepen en wisselden ervaringen uit. Vanwege de enthousiaste ontvangst hebben we dit initiatief doorgezet. Bij de GGZ-stageopleiders werkt het concept minder goed omdat veel van hen op het ingelaste ZOOM-moment op de terugkomdag (woensdagmiddag) vrij zijn.

Onderzoek naar onderwijs

Onderzoek naar onderwijs hoort bij de Huisartsopleiding. Een decennium geleden werd een taalonderzoeker aangesteld en werden de banden met het Institute of Medical Education Research Rotterdam (iMERR) en de VVAA aangehaald. Dit leidde in 2015 tot de eerste promovendus op een project naar het gestructureerd aanleren van diagnostiek. Sindsdien lukte het ons elk jaar de HGOG-subsidie te krijgen.

Daardoor konden we nieuwe promovendi aanstellen, waarbij deels de focus ligt op taalkundig of cognitief-psychologisch onderzoek en deels op klinisch redeneren. Ook werd een nieuwe samenwerking gestart om onderzoek te doen met Schola Medica, wat resulteerde in een onderzoek naar scenario-onderwijs.

Bij het opleiden van aios tot zelfstandig en kritisch denkende huisartsen vragen wij aios naar hun mening en vragen hun mee te doen aan experimenten. Wanneer zij kritische vragen aan ons stellen ontstaat er een dialoog over wat goed onderwijs is. Soms zijn in de literatuur antwoorden te vinden waarmee het onderwijs gediend is. Voor ons scherpt de input van aios ons denken, kan het tot nieuwe onderzoeksvragen leiden en laat het soms de beperkingen van ons domein zien.

 
Onderzoek naar reflectie

Reflectie is een belangrijke voorwaarde voor het competentiegedreven onderwijs. Ons onderzoek richt zich voor een groot deel op reflectie. Wij beschrijven wat wij binnen het Leren van Ervaringen (LvE) daadwerkelijk zien aan reflectie en niet wat iemand over de reflectie vertelt. Vandaar dat conversatie-analyse voor ons belangrijk is. De samenwerking met de faculteit der Letteren van de RUG komt hieruit voort. Ook het beklijven van een praktische vaardigheid als het ABCDE-denken onderzoeken wij met conversatieanalyse. Onze onderzoekers naar reflectie worden veel geciteerd binnen het internationale wetenschappelijk discours.

Een van onze promovendi koppelt de uitkomsten van de LvE-opnames aan eerder gemaakte interviews met docenten en gesprekken met opleiders. Ze kijkt in de opnames naar momenten waarop normatieve oriëntaties zoals een veilige sfeer, inclusiviteit en diversiteit en een efficiënt proces terugkomen, en analyseert wat er dan precies gebeurt. Op deze wijze probeert ze iets te zeggen over de effectiviteit van docentinterventies in de opnames vanuit de normatieve oriëntaties die de aios belangrijk vinden. Haar kennis gebruikte ze al voor docenttrainingen over veelvoorkomende dilemma’s bij het begeleiden van deze onderwijsvorm.

 
Onderzoek naar diagnostiek

Hiernaast richt ons onderzoek zich op diagnostiek. Wij kijken zowel naar het begin als naar het einde van de opleiding: kunnen wij dit gestructureerd aanleren in de opleiding en kunnen wij leren van de casuïstiek wanneer het toch fout gegaan is in de praktijk? Voor het laatste is de claimdatabase van de VVAA voor ons toegankelijk gemaakt. Dit onderzoek voeren wij uit samen met iMERR.

Wij vinden het belangrijk om met andere universiteiten samen te werken. In de afgelopen vier jaar hebben wij met praktisch alle huisartsinstituten samengewerkt. Op dit moment is dit vooral met het VUMC. 

 
Onderzoek naar effectief onderwijs over interculturele arts-patiëntcommunicatie bij patiënten met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK)

Tenslotte doen we een driejarig Europees onderzoek naar effectief onderwijs over interculturele arts-patiëntcommunicatie bij patiënten met SOLK: Medically Unexplained Symptoms & Intercultural Communication (MUSIC), www.mups-music.eu. Hierin participeren Hongarije, Nederland en België. Het onderzoek heeft vijf deelprojecten. In 2020 is een systematic review uitgevoerd. Daaruit blijkt dat er hiaten zijn in attitude en gedrag van zorgverleners, maar ook in de opleiding en organisatie van zorg aan SOLK-patiënten vanuit andere culturen. De uitkomsten zijn beschreven in drie artikelen en ingediend voor publicatie.

Naast drie podcasts over reflecteren, publiceerden onze onderzoekers naar onderwijs vijf artikelen in internationale tijdschriften. Verder publiceerden twee aios met onze docenten Wetenschap twee artikelen in H&W, zie de output 2020 van onze afdeling.

Scholing aan docenten

Met uitzondering van de staftweedaagse in februari vonden alle stafdagen in 2020 digitaal plaats. Meestal namen er ruim zestig stafleden deel aan de ZOOM-sessies en werkten we veel in breakout rooms. Natuurlijk misten we bij het thuiswerken interactie en inspiratie.

We maakten een start met het ontwikkelen en implementeren van een programmatisch toetsprogramma. De staftweedaagse stond in het teken van toetsing en beoordeling, specifiek het voortgangsgesprek, het begeleiden van de aios bij zijn IOP (leerdoelen), het omgaan met verschillen in achtergrond, herkomst, gender, wensen, opvattingen, normen en waarden en hoe dat onze beoordeling beïnvloedt.

We werkten op basis van de staftweedaagse verschillende mogelijkheden en werkvormen voor docenten en opleiders uit om de aios leerdoelen te laten formuleren en te bespreken. Op een van de stafdagen bespraken we met de staf een nieuw format voor het voortgangsgesprek, waarin de opbouw van het voortgangsgesprek in de verschillende fases van de opleiding werd verhelderd, evenals het nut en de rol van leerdoelen hierbij. We bespraken op een andere stafdag hoe we diversiteitssensitiviteit in het onderwijs hebben doorgevoerd.

Andere thema’s die we op stafdagen bespraken waren de uitkomsten van het onderzoek naar ontkoppelingstrajecten, hoe we zicht krijgen op kennis van aios in coronatijd en bureaucratie en regelgeving binnen de huisartsopleiding. Thema’s waarin we ons schoolden waren de juridische kant van opleidingsgeschillen en het introduceren van de MaasGlobaal 2.0. Een van de aiotho’s presenteerde de conclusies uit haar promotietraject ‘Enkel over enkels’. Een vast onderdeel van de stafdagen is verder een huisarts- en gedragswetenschappelijke docentenoverleg. Ook is er specifiek onderwijs voor themadocenten.

Online didactische workshops voor docenten

De docenten konden zich aanmelden voor diverse online didactische workshops, waarbij ze onder andere werden geschoold in het lesgeven en in het begeleiden van groepen in een digitale omgeving zoals ZOOM.

De workshops werden gegeven door de onderwijskundigen en er werd bij sommige workshops samengewerkt met onderzoekers van onderwijs, een gedragswetenschappelijk docent en een docent van de AVG-opleiding.

‘ZOOM werkvormen binnen digitaal onderwijs’ en ‘Interactief lesgeven met ZOOM’ waren titels van workshops waarin verschillende werkvormen voor het online onderwijs werden uitgediept en ingezet werd op (nog) handiger worden in alle communicatie- en interactiemogelijkheden die ZOOM biedt. Actieve deelname in ZOOM kan bijvoorbeeld bevorderd worden door deelnemers te vragen het non-verbale gedrag uit te vergroten en langer vast te houden en het gebruik van de chatfunctie te stimuleren.

De onderwijskundigen planden vier workshops docentprofessionalisering voor aiothos maar door COVID-19 gaven zij nauwelijks les, waardoor de opkomst erg laag was. Er werden didactische workshops georganiseerd over het opfrissen van didactische (online) vaardigheden, de basis van groepsdynamica, professioneel (online) presenteren, het begeleiden van het leren van ervaringen en het stimuleren van reflectie. De workshops werden positief beoordeeld, al viel de opkomst soms tegen. Startende docenten kregen vier workshops in het najaar van 2020 over didactische vaardigheden en groepsbegeleiding.

Mindfulness-sessies voor medewerkers

Op eigen titel bood een van onze medewerkers die ook mindfulnesstrainer is vanaf een week na de start van de ‘intelligente lockdown’ ruim drie maanden lang zeven avonden per week via ZOOM mindfulness-sessies aan alle medewerkers die hier behoefte aan hadden.

De sessies bestonden uit korte meditaties, geleide meditaties, compassieoefeningen en soms oefeningen in tweetallen. Ervaring met meditatie was niet nodig en deelname was geheel vrijblijvend. Deze halfuurtjes bleken heel waardevol en werden door de collega’s erg gewaardeerd.

Omdat een paar derdejaars docenten inschatten dat aios ook meer stress ervaarden, hebben zij met de mindfulnesstrainer ook mindfulness aangeboden aan derdejaars aios. Helaas was de opkomst laag vanwege het tijdstip aan het einde van een ZOOM-dag.